Ik ben trots op Puah’s Vroedvrouwen.
Als je wilt begrijpen waarom, dan zou ik je graag even mee willen nemen in het oorspronkelijke verhaal van Puah.
Het verhaal van Puah begint in het boek Exodus, het tweede boek van de 5 boeken geschreven door Moshé, beter bekend als Mozes.
Exodus 1:1-22 (vertaling NBV21)
‘Dit zijn de namen van de zonen van Israël die met hem, Jakob, naar Egypte waren gekomen, ieder met zijn gezin: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon, Benjamin, Dan, Naftali, Gad en Aser.
In totaal waren daar toen zeventig personen die rechtstreeks van Jakob afstamden. Jozef was al langer in Egypte. Jozef en zijn broers en al hun generatiegenoten stierven, maar hun nakomelingen kregen veel kinderen en zo breidden de Israëlieten zich steeds meer uit. Ze werden zo talrijk dat ze het hele land bevolkten.
Er kwam in Egypte een nieuwe koning aan de macht, die Jozef niet gekend had. Hij zei tegen zijn volk: ‘De Israëlieten zijn te sterk voor ons en te talrijk. Laten we verstandig handelen en voorkomen dat dit volk nog groter wordt. Want stel dat er oorlog uitbreekt en zij zich aansluiten bij onze vijanden, de strijd tegen ons aanbinden en uit het land wegtrekken!’ Er werden slavendrijvers aangesteld die de Israëlieten tot zware arbeid dwongen. Ze moesten voor de farao de voorraadsteden Pitom en Raämses bouwen. Maar hoe meer de Israëlieten onderdrukt werden, des te talrijker werden ze. Ze breidden zich zo sterk uit dat de Egyptenaren een afkeer van hen kregen. Daarom beulden ze hen af en maakten ze hun het leven ondraaglijk met zwaar werk: ze moesten stenen maken van klei en op het land werken, en ze werden voortdurend mishandeld.
Bovendien gelastte de koning van Egypte de Hebreeuwse vroedvrouwen, waaronder Sifrah en Puah geheten, het volgende: ‘Als u de Hebreeuwse vrouwen bij de bevalling helpt, let dan goed op het geslacht van het kind. Als het een jongen is, moet u hem doden; is het een meisje, dan mag ze blijven leven.’ Maar de vroedvrouwen hadden ontzag voor God en deden niet wat de koning van Egypte hun had opgedragen: ze lieten de jongetjes in leven. Daarom ontbood de koning de vroedvrouwen. ‘Wat heeft dit te betekenen?’ vroeg hij hun. ‘Waarom laat u de jongens in leven?’ De vroedvrouwen antwoordden de farao: ‘De Hebreeuwse vrouwen zijn anders dan de Egyptische: ze zijn zo sterk dat ze hun kind al gebaard hebben voordat de vroedvrouw er is.’ God zegende het werk van de vroedvrouwen, zodat het volk zich sterk uitbreidde. En omdat de vroedvrouwen ontzag voor God hadden, schonk Hij ook aan hen nakomelingen. Toen gaf de farao aan heel zijn volk het bevel om alle jongens die geboren werden in de Nijl te gooien; de meisjes mochten in leven blijven.’
Een bijzonder verhaal.
Want stel je een situatie voor waarbij een zittende machthebber opdracht geeft aan vroedvrouwen om alle jongetjes van jouw volk en familie die onder jouw toezien geboren worden af te maken. Gruwelijk toch?
Vroedvrouwen zijn er juist om zwangere vrouwen te helpen en te ondersteunen om de hele gang van zaken rondom de geboorte van het kind zo goed, fijn en zo vertrouwd mogelijk te laten verlopen. Die vertrouwensband is het meest essentiële dat er is tussen de zwangere en haar vroedvrouw.
En heel genieperig deed de machthebber een poging om in die vertrouwenspositie te infiltreren. Niet door de moeders zelf opdracht te geven om hun baby’s te doden, maar door die vertrouwenspersoon daartoe aan te zetten.
De machthebber maakte mijns inziens daarbij 4 vergissingen.
Ten eerste bestaat het karakter van vroedvrouwen uit zorg en bescherming van moeder en kind in de meest kwetsbare periode rondom zwangerschap en bevalling. Dat is niet alleen hun passie maar daar is hun hele gedachtegoed van doordrongen.
Ten tweede is een relatie op basis van vertrouwen tussen de zwangere en vroedvrouw van essentieel belang.
Ten derde is het de taak van de vroedvrouw om de zwangere goed te informeren over de te maken keuzes en beschikbare mogelijkheden onder de huidige omstandigheden.
Ten vierde, en dat bedoel ik niet verkeerd, een verloskundige is ‘eigenwijs’ en laat zich niet snel omverpraten. Beter geformuleerd; ze is niet wispelturig. Maar dat is mijn persoonlijke ervaring. Vertel me gerust als dat niet zo is.
En hier is mijn persoonlijke interpretatie van deze geschiedenis;
Ik geloof namelijk niet dat Sifrah en Puah ongehoorzaam waren aan de Farao. Want waarom zou een wrede Farao die genocide niet uit de weg gaat, hen anders in leven laten? Ik vermoed dat deze vrouwen juist hun werk goed deden. Ze gingen niet voorbij aan hun zorg voor de zwangere en hun verantwoording aan hen. Ze deden dat door hen op een juiste en volledige manier te informeren.
Het protocol dat destijds van toespassing was, dat zij de opdracht hadden om alle jongetjes tijdens de geboorte af te maken. Dus informeerden ze de zwangere vrouwen hierover, die op hun beurt een weloverwogen keuze maakten en pas aan de bel trokken als hun baby al was geboren. Goochem. Die vrouwen waren niet gek, nee, ze waren geïnformeerd.
En dat is het mooie van deze vroedvrouwen Puah en Sifrah.
Door hen is een volk gered. Door hun goede zorg en wijsheid zijn miljoenen gered.
Dus waren ze ongehoorzaam aan de Farao? Nee, dat staat er niet. Wat er wel staat is dat ze meer ontzag hadden voor hun G’d dan voor de Farao.
Gelukkig maken we dergelijke taferelen niet zo snel meer mee, althans we voorkomen dat door zorgverleners een eed te laten afleggen. Een eed die zijn oorsprong rond het jaar 400 van de gangbare jaartelling heeft. De eed van Hippocrates.
Die gaat alsvolgt:
“Ik zweer bij Apollo de genezer, bij Asklepios, Hygieia en Panakeia en neem alle goden en godinnen tot getuige, dat ik, naar mijn vermogen en oordeel, deze eed en verklaring zal nakomen.
Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hun een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen.
Nooit zal ik, om iemand te gerieven, een dodelijk middel voorschrijven of een raad geven, die, als hij wordt gevolgd, de dood tot gevolg heeft. Nooit zal ik een vrouw een instrument voorschrijven om een miskraam op te wekken. Maar ik zal de zuiverheid van mijn leven en mijn kunst bewaren. Het snijden van de steen zal ik nalaten, ook als de ziekte duidelijk is; ik zal dit overlaten aan hen die hierin bekwaam zijn. In ieder huis waar ik binnentreed, zal ik slechts komen in het belang van mijn patiënten.
Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders; ik zal in gemeenschap met hem leven en zo nodig mijn bezit met hem delen, de kunst leren zonder vergoeding en zonder dat daartoe een schriftelijke belofte nodig is; aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan hen allen zal ik de grondslagen van de kunst leren.
Al hetgeen mij ter kennis komt in de uitoefening van mijn beroep of in het dagelijks verkeer met mensen en dat niet behoort te worden rondverteld, zal ik geheim houden en niemand openbaren. Moge ik, als ik deze eed getrouwelijk houd, vreugde vinden in mijn leven en in de uitoefening van mijn kunst, maar moge het tegenovergestelde het geval zijn indien ik hem schend.
Ik zal mij verre houden van iedere welbewuste slechte daad en van elke verleiding, in het bijzonder van de geneugten der liefde met mannen of vrouwen, of zij vrij zijn of slaaf.”
Meerdere keren in de geschiedenis hebben heersende machten (Farao’s) geprobeerd om, bewust of onbewust, via ‘wetenschappers’ zorgmedewerkers bepaalde behandelmethodieken op te leggen die lijnrecht tegen deze eed in gaat en juist patiënten schaden of van onjuiste informatie voorzien.
Bedenk maar eens wat voor medicatie en voorschriften er in het verleden waren voor behandelingen zoals aderlaten, Voodoo, elektroshock therapieën (Elektro Convulsie Therapie (ECT)), kind-offers, zwarte magie, onnodige injecties, mondkapjes, morfine, cocaïne, speed, opium, gifmengers, gif stoffen, chemische zuren, onderdelen van apen of menselijke embryo’s in vaccinaties, reïncarnatie therapie, cranio sacrale therapie, krankzinnigenzorg, tabak en nicotine, Pandemix, genitiale verminking bij vrouwen, kindverkrachting als middel tegen HIV/AIDS, quarantaine kampen voor griep, stressverlagende draaistoel therapie, Lobotomie om nog maar niet te spreken van alle experimenten die de Pharmacie stiekem uitrolt over mens, dier en natuur met medeweten en ondersteuning van overheden en media.
Het vergt daarom van zorgverleners in het algemeen enorm veel inzet om zich te blijven verdiepen in behandelmethodieken en protocollen. Maar ook het lef om daar kritisch over te denken en te informeren om zodoende schade of erger te voorkomen. Helemaal in deze tijd waarin ANGST als marketingtool wordt ingezet door farmaceutische industrie onder gefinancierde en gemanipuleerde aanvoering van overheid en media. Precies eenzelfde angst zoals in Zwarte magie en VooDoo gebruikt wordt. Ook tovenaars wisten dat bij angst de onwetendheid van hun slachtoffers een dankbare voedingsbodem was. Daarom is het enig werkende medicijn; juiste informatie. Informed Consent.
Om die reden ben ik enorm trots op het karakter van Puah’s Vroedvrouwen.
Om die reden is het beeldmerk ook zo pakkend. De Hebreeuwse letter P (Pee) van Puah die het nieuwe leven beschermend omarmd.
Puah’s Vroedvrouwen staan voor mij symbool voor ‘vroede’ (wijze) vrouwen die zich ontfermen over zwangere vrouwen, naar hen luisteren, hen zien, betrokken zijn en samen met hen en hun partners de voorschriften en protocollen doornemen en aan de hand daarvan een persoonlijk en verantwoord zorgplan opstellen.
Ze overstijgen het standaard protocol dat weliswaar technische goede zorg biedt maar het overstijgt met een onvolprezen toegevoegde waarde voor de zwangere.
Nog een leuk weetje.
Misschien wel leuk om te weten dat volgens Rabbinale interpretaties de namen van Puah en Siphrah, vanwege de omstandigheden waarin ze leefden, niet hun echte namen zijn geweest maar dat Puah de codenaam was van Miriam (de zus van Moshé -Mozes) en Siphrah de codenaam van Jochebed (de moeder van Mozes). Talmud – Mas. Sotah 11b